BIOGRAFIE

Petra Bosua Zang
Mijn muzikale opleiding begon met het luisteren naar onder andere Ella Fitzgerald, Louis Armstrong, Billy Holliday en Sarah Vaughan. Rond mijn 35e ben ik begonnen met het spelen op altsax. Ook volgde ik een aantal jaren zang, probeerde een tijdje de piano, speelde bij de muziekschool in een saxofoonkwartet (alt) en een jazzcombo (bariton en zang). Ik kwam al vrij snel in de saxofoonsectie van de Saint Michael's Big Band terecht, waarin ik 22 jaar later nog steeds met veel plezier speel. Veel verschillende genres zoals Glenn Miller, Latin en het fantastische werk van (en met) Bert Joris gespeeld. Bij Boo’s Jazzoo’s speelden we een heerlijke mix van funk, jazz en soul. Ik speelde daar altsax en deed backing vocals.
Door de bigband ben ik in de scene van de Lindy Hop terechtgekomen, dat is een Afro-Amerikaanse dans die ontstond in New York in de late jaren twintig en vroege jaren dertig. Het is een samensmelting van vele verschillende dansen, maar voornamelijk gebaseerd op jazzdans, tapdansen en de charleston. Aanverwante stijlen zoals Balboa, Blues en Tapdans probeer ik ook nog in de benen te krijgen.
​

Pum Linck Gitaar
​
Halverwege de jaren zestig kwam ik op de HBS in de klas naast een Indische jongen te zitten die met z’n broer gitaar speelde in een band.
Ik mocht komen kijken naar een repetitie en was gelijk verkocht. Mijn eerste gitaar kostte 35 gulden. Ik kreeg les van een jongen verderop in de straat en leerde de nieuwste hits van The Beatles, The Stones, etc. spelen. Deze ‘’leraar’’ speelde echter in jazzbands en die stijl wilde ik ook leren.
De meeste jazzstandards vergat ik na verloop van tijd. Ik ging mee op de golven van rock, soul, blues, funk en reggae. Op mijn 17e heb ik met een vriend een undergroundband opgericht, Bloody Picnic. We speelden zowel nummers van Iron Butterfly als van The Byrds. In de jaren 70 maakte ik samen met Co enkele jaren deel uit van Link. Na 20 jaar in coverbands te hebben gespeeld, begon ik weer naar jazz te luisteren en werd gegrepen door musici als Miles Davis, Chet Baker en Sarah Vaughan. Zo'n acht jaar geleden heb ik de overstap gemaakt van rock- naar jazzgitaar. Ik speel nu in een cross-over band en 3 jazzbands waaronder Jazzspecs en de Sint Michael's Big Band.

Co van Reijen Gitaar
​
Mijn eerste gitaar kreeg ik op mijn 12e. Het was een goedkope Egmond, hard werken en pijnlijke vingers. Ik leerde te spelen door onder andere op de eerste rij te gaan staan bij optredens van bandjes en goed te kijken naar de gitaristen. Of door eindeloos de pick-up naald terug te zetten op de plaat, Youtube bestond toen nog niet. Ook het samen spelen met andere gitaristen, waaronder Pum, hielp mij vooruit. We speelden toen, naast veel popmuziek, ook al jazzstandards als The Girl From Ipanema, Fly Me To The Moon en Misty. Wat later kwam het spelen in bands waaronder Link en Défense d'Afficher. Naast Jazzspecs speelde ik de laatste jaren nog in Pocoloco (funk, jazz, soul) en het Snisser Scharrelorkest (poprock).
Oh ja, en voor de broodnodige rust kijk ik nog wel eens vogeltjes.
​

Coert Schelfhout Contrabas
​
Een muzikale opleiding heb ik niet gevolgd, behalve blokfluitles op de Pedagogische Academie. Ik ben volledig autodidact als het gaat om het spelen op een bas. Op m'n 13e zette ik een lp of cassettebandje op van mijn toenmalige favoriete bands en probeerde de baspartijen op een geleende gitaar mee te spelen. Al gauw had ik de bovenste 2 snaren eraf geknipt, die gebruikte ik toch niet!
Nu na 5 bands en 40 jaar ervaring verder, variëer ik m'n basgeluiden door te spelen op een 4-, 5-, of 6-snarige bas, een 5-snarige fretless bas of een contrabas.
Muzikale inspiratiebronnen vond ik in de beginperiode in de symfonische rock/jazzrock en vervolgens in de new-wave en poprock. Ik speelde in die tijd in Bo Dzjest en vervolgens in Défense d'Afficher. Bij de Boo's Jazzoo's en Pocoloco werd het funk, jazz en soul. In Jazzspecs speel ik voornamelijk op de contrabas waarvan het specifieke geluid goed past in het repertoire van de vele jazzstandards.